Concreet betreft het alle Porsche modellen vanaf de Porsche 356 uit 1948 tot en met de laatste luchtgekoelde Porsche 993 van 1998, toch een fikse periode van 50 jaar!

Waar de Porsche 356 en de Porsche 912 modellen het dienden te stellen met een luchtgekoelde viercilinder boxermotor, waren al die Porsche 911 modellen voorzien van een luchtgekoelde zescilinder boxermotor.  De naam boxermotor komt dan weer voort uit de zeer eigenzinnige opstelling van de cilinders, die maar door enkele constructeurs werd toegepast. Deze staan immers tegenover elkaar, drie aan de ene zijde en drie aan de andere, in een hoek van 180°. Als de krukas draait, lijkt het dan of deze tegen elkaar ‘opboxen’.

Heel typische aan deze motor is de zeer opvallende impeller die voor de nodige koellucht moet zorgen. Het is dan ook niet zomaar dat de letters “O” in onze bedrijfsnaam AIRCOOLED de vorm van deze impellers hebben aangenomen.

De Porsche 996 was de vijfde generatie van het model 911 en luidde in 1998 het tijdperk van de watergekoelde motoren in.  Deze belangrijke wijziging is destijds zeker niet zonder slag of stoot doorgevoerd, de hardcore Porsche fans zweerden immers bij de luchtkoeling en hadden zachtjes gezegd een “aanpassingstijd” nodig. Porsche had destijds echter geen keuze, want de steeds maar (en nog steeds) verstrengende richtlijnen rond milieu en ecologie, lieten niet de minste ruimte. De luchtgekoelde motoren zijn veel luidruchtiger door het ontbreken van een ‘watermantel’ en de draaiende impeller. Anderzijds lieten deze motoren technisch ook geen vier kleppen per cilinder toe, wat absoluut noodzakelijk was geworden in de strijd om de balans tussen minder verbruik, gecombineerd met meer vermogen en koppel.

Dat neemt niet weg dat de charme, het karakter, het geluid, de betrouwbaarheid en de rijeigenschappen van de luchtgekoelde motor, tot op heden door de gepassioneerde liefhebber nog steeds naar waarde worden geschat en maken ook mee het succes van deze fantastische sportwagens.